Underwoodisaurus milii - Beverstaartgekko

Underwoodisuarus milii

Klik op de foto voor meer foto's

Nederlandse naam: Beverstaartgekko, Australische dikstaartgekko
Engelse naam: Thick tailed gecko, Barking gecko

Herkomst: Zuidelijk Australië
Grootte: tot 15 cm
Levenswijze: bodembewoner
Wetgeving (CITES): geen
Leeftijd: 5-10 jaar

Familie: Gekkonidae
Geslacht: Underwoodisaurus
Soort: Underwoodisaurus milii

Algemeen

Underwoodisaurus milii komt voor in heel zuidelijk Australië, van kust tot kust, in droge Vindplaats Underwoodisaurus milii bossen, rotsformaties, maar ook in licht vochtige gebieden. Het zijn nachtactieve, grondbewonende gekko's. Underwoodisaurus milii is een kleine soort gekko met een bruine basiskleur met op de rug gele / witte stippen. De bruine kleur is niet bij alle dieren gelijk. De kleuren variëren van licht- en donkerbruin tot bruingeel en oranje. Het lichaam is bedekt met schubben. Op deze (niet op alle) uistekende schubben treffen we de gele / witte stippen aan. De dieren hebben een, in verhouding, grote kop, met grote ogen. De staart is in de basis breed en plat en loopt uit in een punt. De dieren hebben geen hechtlamellen maar teentjes met nageltjes, waardoor ze enigszins kunnen klimmen op stenen en hout. Ze worden ook vaak aangeduid als Nephrurus milii.

Terrarium

Maten
Wij huisvesten U. milii, per koppel, in terraria van 60 (L) x 50 (B) x 40 (H) cm. Deze maat is voldoende maar zoals bij alle dieren geldt, hoe groter, hoe beter.

Bodembedekking
Als bodembedekking wordt een mengsel van speelzand en cocopeat gebruikt. Een laag van 5-6 cm is voldoende, aangezien de dieren niet veel graven.

Temperatuur
Ons terraria worden verwarmd door middel van een gloeilamp waardoor de temperatuur in de warmste hoek rond de 30°C. In de koudere hoek is het een paar graden minder warm. 's Nachts zakt de temperatuur tot 20-22°C.

Verlichting
U. milli heeft behoeft geen UV verlichting. Het zijn nachtactieve dieren, waardoor ze in de natuur ook niet in de zon tevoorschijn komen. De verlichting overdag mag 10-12 uur aan staan.

Inrichting
In één van de terraria hebben we achter- en zijwanden van kurkplaat. In het andere terrarium hebben we alleen een achterwand. Deze is van hard kunststof en zo gemaakt alsof het lijkt dat het is opgebouwd uit verschillende stenen. Hier zitten de dieren regelmatig op. Voor de verdere inrichting maken we gebruik van stenen, houtstronken en planten. Het is belangrijk dat er een waterbakje in het terrarium staat. Regelmatig drinken de dieren hieruit. Ook sproeien we twee á drie keer per week één hoek van het terrarium. Voor de voorplanting staat er in elke terrarium een eilegbakje. Deze is gevuld met cocopeat vermeng met spaghnum en wordt vochtig gehouden. De gekko's kunnen hier hun eieren in leggen. Ze gebruiken het echter ook om te vervellen.

Voedsel

U. milii is een gevarieerde eter. Ze eten krekels, kleine sprinkhanen, moriowormen en wasmotlarven. Het is belangrijk de voedseldieren te bepoederen met vitaminen- en calciumpreparaat. Drie tot vier keer per week wordt er voedsel aangeboden. Wanneer een vrouwtje eieren heeft gelegd krijgt ze meer voedsel bepoederd met een calciumpreparaat. Er zijn kwekers die ze na de eileg babymuizen geven. Wij hebben dit nog niet gedaan. Wij geven ons voedseldieren ook groenten en fruit zodat ze als beter voedsel kunnen dienen. Doordat ze groente en fruit eten, krijgen ze vitaminen binnen zodat ook de gekko's deze binnen krijgen.

Geslachtsonderscheid

Het geslachtsonderscheid bij U. milii is niet moeilijk te zien. Na ongeveer 6-7 maanden is duidelijk te zien wat een man of vrouw is. Bij de man zie je duidelijk twee "ballen" aan de basis van de staart. Hierin bevinden zich de hemipenes. De vrouw heeft deze niet.

Voortplanting

Om de dieren tot voortplanting te krijgen, doen wij ons dieren in winterrust. Gedurende een periode van twee weken wordt de daglengte teruggebracht van 12 uren licht per dag tot 9 uren licht per dag. Daarna doen wij de lichten voor een periode van 6 weken uit. De dieren worden in deze periode niet gevoerd, maar wel eens per week met water besproeid. De temperatuur in deze periode zakt naar 18-20°C overdag en daalt in de nacht tot 14-15°C. Na zes weken gaan de lichten weer aan. We bouwen gedurende twee weken de daglengte weer op tot 12 uren licht per dag. Ook beginnen we langzaamaan weer te voeren. Doordat de terraria in een aparte reptielenkamer staan waar ook terraria staan waarbij de lichten niet uit gaan, zitten de dieren overdag niet in compleet donker. Na deze periode zal de man weer toenadering zoeken bij de vrouw en zal, wanneer de vrouw er klaar voor is, een paring plaatsvinden. Hierbij ligt de vrouw plat op de grond en bijt de man de vrouw in de nek. Een paring duurt gemiddeld 10 minuten. Na een aantal weken zal de vrouw onrustig worden en beginnen te graven. Dit kan in de daarvoor bestemde eilegbak zijn, maar kan ook elders in het terrarium plaatsvinden. Per keer worden twee eieren gelegd, die een harde schaal hebben. Wij broeden de eieren uit op een temperatuur van 28°C in een krekelbakje waar vochtige cocopeat in zit. Gedurende de incubatie maken wij de cocopeat zelden opnieuw vochtig. Bij deze temperatuur komen de eieren na 60 tot 70 dagen uit. De jongen worden bij ons op dezelfde manier opgekweekt als de ouderdieren.

© 2009 GeRu Reptiles


Openen als PDF