Verklarende woordenlijst
Klik op een letter van het alfabet om naar de woorden te gaan die beginnen met die letter. klik op terug om terug te keren naar het alfabet. Onderaan deze pagina kan de verklarende woordenlijst als PDF worden geopend.
A
-
B
-
C
-
D
-
E
-
F
-
G
-
H
-
I
-
J
-
K
-
L
-
M
-
N
-
O
-
P
-
Q
-
R
-
S
-
T
-
U
-
V
-
W
-
X
-
Y
-
Z
A
Adult |
Volwassen. |
Allel |
Van elk gen zijn meerdere uitvoeringen mogelijk. Elke uitvoering wordt een allel genoemd. |
Amfibie |
De naam is afgeleid van Amphi-bios.Dit betekent dubbel-levend. Amfibieën kunnen zowel op land als in water leven. |
Amplexus |
De paargreep van amfibieën. Vooral bekend bij kikkers. De (kleinere) man houdt de vrouw vast (tot enige dagen lang) totdat deze haar kikkerdril afzet en hij het bevrucht met zijn sperma. |
Autotomie |
Het vermogen van sommige dieren lichaamsdelen af te werpen als ze worden aangevallen of vastgehouden. Sommige hagedissen laten een deel van hun staart los. |
Terug
B
Biotoop |
Leefomgeving van een dier. |
Bloedlijn |
Geeft een bepaalde afstamming weer, die de ouderdieren waarmee gekweekt wordt met zich meedragen in hun genen. Deze genen worden doorgegeven aan hun nakomelingen. In deze genen liggen bepaalde erfelijke eigenschappen opgeslagen, zoals kleur. |
Bloedmijt |
Een zeer klein spinachtig beestje dat leeft van het bloed van o.a. reptielen. Latijnse naam: Dermanyssus gallinae. |
Bodembewonend |
Leeft voornamelijk op de grond. |
Boombewonend |
Leeft voornamelijk in bomen en struiken. |
Buitenterrarium |
Terrarium dat gebruikt wordt om reptielen buiten te houden. |
Terug
C
Caresheet |
Document waarin staat beschreven hoe een dier verzorgd dient te worden. |
Carnivoor |
Vleeseter. |
CB |
Captive Bred. In gevangenschap gekweekt. Ook wel aangeduid als NK (Nakweek). |
CITES |
Convention on International Trade in Endangered Species of wild fauna and flora. CITES is een internationaal verdrag dat overheden hebben gesloten om te verzekeren dat de handel in wilde dieren en planten hun voortbestaan niet bedreigt.
Cites A: Handel in deze dieren is verboden.
Cites B: Deze dieren worden nog niet zodanig met uitsterven bedreigd als bij CITES A. De handel is gebonden aan strenge regelgeving.
Cites C: Deze dieren worden slechts in bepaalde landen met uitsterven bedreigd. Om deze dieren in te mogen voeren moet dit bij de grens gemeld worden. |
Cloaca |
De opening in het lichaam van sommige dieren, zoals reptielen en vogels, waardoor zowel ontlasting, urine en genitale afscheidingen (zoals de eieren) worden
afgegeven. |
Co-dominantie |
Een heterozygoot reptiel heeft allelen die beide even dominant zijn en beide voorkomen in het reptiel. |
Curver |
Plastic bak in verschillende groottes. |
Terug
D
Dagactief |
Overdag actief. |
DAP |
Dierenartspraktijk. |
Dorsolateraal |
Aan de zijkant van de rug. |
Terug
E
Ecdysis |
Wetenschappelijke naam voor vervellen. Zie ook vervellen. |
Ectoparasiet |
Parasiet die aan de buitenkant van het lichaam leeft. |
Eierlevendbarend |
Jongen komen in een zachte schaal ter wereld, maar komen voor of direct na de geboorte uit het vlies kruipen. Zie ook ovovivipaar. |
Endemisch |
Van nature uitsluitend voorkomend in een bepaald gebied. |
Endoparasiet |
Parasiet die aan de binnenkant van het lichaam leeft. |
Endotherm |
Warmbloedig. Dieren die zelf hun lichaamswarmte kunnen opwekken. Zie ook warmbloedig. |
Exotherm |
Koudbloedig. Een organisme kan zelf geen lichaamswarmte produceren en is afhankelijk van externe warmtebronnen. Zie ook koudbloedig. |
Terug
F
F1 |
F1 is een term die wordt gebruikt om aan te duiden dat een reptiel de eerste generatie nakweek van wildvang is. De F verwijst naar de Latijnse term ‘Filial’, terwijl het cijfer aangeeft over welke generatie het gaat.
F2: Nakomelingen van F1 dieren.
F3: Nakomelingen van F2 dieren.
|
Familie |
Systematiek van het planten- en dierenrijk, waarin de geslachten zijn ondergebracht. |
FB |
Farmbred. Dieren die in gevangenschap geboren zijn, maar doorgaans uit ouderdieren die speciaal voor het produceren van veel nakomelingen uit het wild gevangen zijn en gehuisvest in kweekboerderijen. |
Femoraal |
Op het dijbeen gelegen. |
Femoraalporiën |
De femoraalporiën zijn gelegen aan de dijen en dienen om geurstoffen af te scheiden. Bij de mannetjes zijn ze veelal vergroot. O.a. door de femoraalporiën te bekijken kan het geslacht worden vastgesteld. |
Flagellaten |
Zweepdiertjes. Vallen onder de groep Protozoa parasieten. Kunnen leiden tot aantasten van organen en het slijmvlies. |
Terug
G
Geslacht |
Systematiek waarin de soorten zijn ondergebracht. |
Grijpstaart |
Staart waarmee een dier zich vast kan houden aan bijvoorbeeld een tak. Kameleons zijn de bekendste groep hagedissen die een grijpstaart hebben. Een aantal andere hagedissen (zoals Takydromus sexlineatus) en een aantal gekko's (zoals Rhacodactylus ciliatus) heeft ook een grijpstaart. |
Gutloading |
Het voeren van voedseldieren met energierijk voedsel (voldoende vitamines en mineralen). |
Terug
H
Habitat |
Leefgebied. |
Hatchling |
Net geboren/jonge dieren. |
Hechtlamellen |
Plakpootjes. Met hechtlamellen (gegleufde kussentjes onder de pootjes) kunnen sommige reptielen tegen gladde oppervlaktes oplopen. |
Hemipenis |
Penis van hagedissen en slangen. Hemi betekent half. De penis is in tweeën gedeeld, waardoor ze zowel van rechts als links contact kunnen maken met een vrouwtje. |
Herbivoor |
Planteneter. |
Herpetologie |
Studie van de reptielen en amfibieën. |
Heterozygoot |
Een reptiel is heterozygoot voor een bepaalde eigenschap wanneer het twee verschillende vormen (allelen) van een gen heeft. |
Holdback |
Nakweekdier die achtergehouden wordt omdat hij speciaal (kleur/morph) is of omdat de kweker wil weten hoe het dier er uit komt te zien wanneer het (half) volwassen is. |
Hybride |
Bastaard nakomeling van een kruising tussen twee soorten. |
Hygrometer |
Vochtmeter. Een apparaatje om luchtvochtigheid te meten. |
Hypomelanistisch |
Ook wel Hypo genoemd; Hypo betekent minder, melanistisch betekent pigment. Een dier met minder donker pigment. |
Terug
I
Incubatie(tijd) |
Bij reptielen: (de tijd die nodig is voor) het uitbroeden van eieren. |
Incubator |
Broedmachine. |
Terug
J
Juveniel |
Onvolwassen dier. |
Terug
K
Kamerterrarium |
Een kamer ingericht als terrarium, bijvoorbeeld voor kameleons of schildpadden. |
Klasse |
Systematiek waarin de orden zijn ondergebracht. |
Koudbloedig |
Een organisme kan zelf geen lichaamswarmte produceren en is afhankelijk van externe warmtebronnen. Zie ook exotherm. |
Terug
L
Legnood |
Het niet kunnen leggen van eieren. Dit kan verschillende oorzaken hebben, zoals geen plek om eieren te leggen. |
Terug
M
Metamorfose |
In de biologie betekent het de gedaanteverwisseling bij geleedpotigen en amfibieën, zoals de gedaanteverwisseling van kikkervisje naar kikker. |
Mondrot |
Aantasting van de slijmvliezen in de bek. |
Morph |
Kleurslag. |
Terug
N
Nachtactief |
Actief gedurende de nacht. |
Neotenie |
Verschijnsel waarbij, bij sommige diersoorten, de volwassen dieren kenmerken hebben van de larvenfase, zoals kieuwen. De dieren zijn wel vruchtbaar. |
NK |
Nakweek. In gevangenschap gekweekt. Ook wel aangeduid als CB (Captive Bred). |
Terug
O
Omnivoor |
Alleseter; vlees- en planteneter. |
Oorgaan van Jacobson |
Extra reukoorgaan in het gehemelte. Bij slangen en sommige hagedissen is dit sterk ontwikkeld. Door met de tong geurmoleculen uit de lucht te halen en deze tegen het orgaan te drukken, kunnen ze ruiken. Dit noemt men tongelen. |
Orde |
Systematiek waarin families zijn ondergebracht. |
Ovipaar |
Eierleggend. |
Ovovivipaar |
Eierlevendbarend; jongen komen in een zachte schaal ter wereld, maar komen voor of direct na de geboorte uit het vlies kruipen. Zie ook eierlevendbarend. |
Terug
P
Paludarium |
Huisvesting om een moerasachtig biotoop na te bootsen. Palus betekent moeras. |
Parasiet |
Een levensvorm die zich ten koste van een ander organisme (de gastheer) in stand houdt en vermenigvuldigt. |
Parthenogenese |
Een vorm van ongeslachtelijke voortplanting. Het verschijnsel dat vrouwtjes van bepaalde diersoorten nakomelingen kunnen krijgen zonder dat hier mannetjes aan te pas komen. |
Perliet |
Een soort vulkanisch glasachtig gesteente. De korrels worden gebruikt om eieren te incuberen en houden vocht goed vast. |
Pinky |
Eéndagsmuisje. |
Piscivoor |
Visetend. |
Populatie |
Een groep organismen van dezelfde soort die niet in tijd of plaats van elkaar gescheiden zijn en dus (theoretisch) met elkaar kunnen voortplanten. |
Pre-anaalporiën |
Poriën rondom de cloaca van hagedissen. |
Prolaps |
(Een deel van) de darmen komen door de cloaca van het dier naar buiten. |
Terug
Q
Quarantaine |
Dit is het apart houden van reptielen voor een bepaalde tijd, bijvoorbeeld bij zieke of nieuwe dieren. Doel van de quarantaine is het verminderen van het risico voor het verspreiden van een ziekte |
Terug
R
RA |
Reptielenarts. |
Rachitis |
Vergroeiingen door gebrek aan calcium of vitamine D3. |
Racksysteem |
Gestapelde (meestal) curvers in stelling. |
Regenwoudterrarium |
Terrarium ingericht als regenwoud. Bosgrond, planten en klimgelegenheid (takken). Hoge luchtvochtigheid. |
Riparium |
Huisvesting met een groot deel water. Ripa betekent oever. |
Regeneratie |
Opnieuw aangroeien. Een geregenereerde staart is een staart die afgeworpen is (autotomie) en weer (deels) is aangegroeid. |
Reptielen |
Klasse van koudbloedige, gewervelde dieren die ademen via de longen. |
RV |
Relatieve vochtigheid. De maat waarmee de vochtigheidsgraad van lucht wordt aangegeven. |
Terug
S
Schemeractief |
Actief in de schemering. |
Soort |
Individuen die zich onderling kunnen voortplanten. |
Sondering |
Geslachtsbepaling. Het bepalen van het geslacht van dieren die inwendige geslachtsorganen bezitten, zoals reptielen. Er wordt een sonde in de cloaca gestoken waarbij de diepte wordt bepaald. Over het algemeen is de diepte van de cloaca bij mannetjes groter dan bij de vrouwtjes. |
Sp. |
Species. Soort. |
Ssp. |
Subspecies. Ondersoort. |
Steppenterrarium |
Een steppe is een overgang van woestijn naar savanne. Het terrarium wordt ingericht als woestijnterrarium, maar met meer hout en/of steen en eventueel stevige planten. |
Subadult |
Half volwassen. |
Substraat |
Bodembedekking. |
Terug
T
Taxonomie |
Wetenschap van het indelen. Verwijst zowel naar de classificatie van dingen (zoals reptielen) als naar de methode die aan de basis van deze classificatie ligt. |
Terrarium |
Kunstmatige leefomgeving voor reptielen. Terra betekent aarde. |
Thermometer |
Apparaatje om temperatuur te meten. |
Thermoregulatie |
Het vermogen van een organisme om de lichaamstemperatuur te handhaven. |
Tongelen |
Het in en uit de bek bewegen van de tong om op deze manier geurmoleculen uit de lucht te halen. Vooral bekend bij slangen. Een aantal hagedissen doet dit ook. Zie ook Oorgaan van Jacobson. |
Terug
U
Unkenreflex |
Een reflex waarbij sommige amfibieën, bij verstoring, hun poten boven de kop krommen, waardoor de felgekleurde buikzijde zichtbaar wordt. Dit doen ze om roofdieren af te schrikken. Het bekendst is dit bij vuurbuikpadden (Bombina). |
UV |
Ultraviolet licht. |
Terug
V
Vermiculiet |
Een mineraal dat onder grote hitte wordt opgeblazen. Het houdt vocht goed vast en laat het langzaam los. Het wordt veelal gebruik in de plantenkweek. Het is ook ideaal voor het incuberen van eieren. |
Vervellen |
Het vervangen van de oude huid voor nieuwe huid. Hagedissen vervellen hun hele leven. Jonge dieren vervellen vaker dan oudere dieren omdat ze nog groeien.Sommige hagedissen eten hun oude huid op. Van nature doen ze dit zodat roofdieren niet weten dat ze in de buurt leven. Daarbij bevat het oude vel calcium wat weer goed is voor de gezondheid. Zie ook ecdysis. |
Vivipaar |
Levendbarend. |
Terug
W
WC |
Wild Caught. Een dier die direct uit zijn natuurlijke habitat wordt gevangen en geïmporteerd wordt. Ook wel aangeduid als WV (Wildvang). |
Weideplankton |
Insecten die in de natuur worden gevangen en als voedsel dienen. |
Windei |
Eieren zonder kalkschaal oftewel enkel de vruchtzak; de eieren zijn hierdoor niet levensvatbaar. |
Winterslaap/winterrust |
Periode waarin de dieren minder actief zijn. |
Woestijnterrarium |
Terrarium ingericht als woestijn met zand op de bodem en stenen en/of hout als schuilplaats. |
WV |
Wildvang. Een dier die direct uit zijn natuurlijke habitat wordt gevangen en geïmporteerd wordt. Ook wel aangeduid als WC (Wild Caught). |
Terug
Terug
Terug
Terug
Openen als PDF