Stenodactylus petrii - Petrii's dunvingergekko

Stenodactylus petrii

Nederlandse naam: Petrii's dunvingergekko
Engelse naam: Petri’s Thin-Fingered Gecko/ Desert Marble Sand gecko

Herkomst: Noordwest-Afrika
Grootte: 8-10 cm
Levenswijze: Bodembewoner
Wetgeving (CITES): Geen
Leeftijd: 3-5 jaar

Familie: Gekkonidae
Geslacht: Stenodactylus
Soort: Stenodactylus petrii

Algemeen

In 2002 hebben we een caresheet gemaakt van Stenodactylus petrii. Deze is o.a. in Zilverhaaien, Aquatropica en Teriguana & Snakes.nl magazine verschenen. Regelmatig komen we deze caresheet tegen op internet. We hebben hem enigzins herschreven en op onze site geplaatst.

Stenodactylus petrii heeft gladde schubben, een ronde kop, bolle ogen en uitpuilende neusgaten. Ze laten gemakkelijk de staart los.

Je hebt ze in verschillende kleuren, maar je ziet toch dat ze de kleur hebben van de omgeving waarin ze leven. Wittig, met bruin/ zwart of een zanderige kleur. Overdag, als ze slapen, liggen ze in hun schuilplaats. Soms liggen ze ook op hun zij te slapen, net als een hond of kat! ’s Nachts echter lopen ze hoog op hun pootjes door het zand. Stenodactylus petrii kan geluid maken als het tjilpen van een mus. Ze hebben geen hechtlamellen aan de tenen zoals wel vaak voorkomt bij andere soorten gekko’s. Ze kunnen dus niet tegen glas omhoog klimmen. Tegen stenen klimmen ze wel op omdat ze daar met hun teentjes houvast aan hebben.

Terrarium

Maten

Voor twee tot vier dieren is een terrarium van 45 x 30 x 30 cm (l x b x h) groot genoeg. Maar, wat voor de meeste hagedissen geldt, hoe groter de bak, hoe beter!

Bodembedekking

Als bodembedekking kan gebruik worden gemaakt van speelzand. We hebben in het verleden ook chinchillazand gebruikt, wat ook prima werkte.

Temperatuur

De temperatuur kun je overdag onder de lamp op laten lopen tot ongeveer 40˚C . In de verste hoek van het terrarium moet de temperatuur zo’n beetje 26-28˚C zijn. ‘s Nachts is het beter dat de temperatuur niet beneden de 18-20˚C komt. Als je het met lampen niet warm kan krijgen, kun je een warmtemat gebruiken.

Verlichting

Stenodactylus petrii behoeft geen UV verlichting. Het zijn nachtactieve dieren, waardoor ze in de natuur ook niet in de zon tevoorschijn komen. De verlichting overdag mag 10-12 uur aan staan

Inrichting

Als inrichting kan je gebruik maken van stenen, zoals lavastenen en opgestapelde flagstones. Op deze manier krijg je mooie natuurlijke schuilplaatsen. Stukken hout voldoen ook prima. Ons achterwand bestond uit piepschuim, ingesmeerd met tegellijm.

Voedsel

Stenodactylus petrii is een insecteneter. Wij voerden ze kleine krekeltjes en krulvliegen. Je kunt ze ook net vervelde meelwormen geven (niet teveel). Als richtlijn kunnen per keer per dier 5 krekels (krulvliegen) gevoerd worden. Denk hierbij aan 2-3 keer in de week. Combineer voedsel wel. Geef dus niet alleen krulvliegen of krekels. Wij willen ook wel eens andere groenten eten!

Voedseldieren moeten niet groter zijn dan de lengte van de kop van het dier. Deze regel geldt voor de meeste hagedissen. Voor extra mineralen, vitaminen e.d. is het raadzaam de voederdieren te bepoederen met een daarvoor bestemd preparaat. Ook zijn er preparaten die in het drinkwater kunnen worden opgelost. Geef echter de dieren wel bepoederde voederdieren omdat ze niet erg vaak drinken! Wij deden in het terrarium een stukje appel die we met een speld in de kurken zijwand prikten waar de (eventueel ontsnapte) krekels ’s nachts van kunnen eten zodat ze niet aan de gekko’s beginnen te knagen.

Eén á twee keer per week het terrarium licht sproeien zorgt voor voldoende luchtvochtigheid en geeft de gekko’s de mogelijkheid om te drinken van de druppels water.

Geslachtsonderscheid

Vanaf de leeftijd van een maand of 3 kan je al zien wat mannetjes en vrouwtjes zijn. Mannetjes herken je aan een dikkere staartwortel, ze blijven kleiner dan de vrouwtjes en vaak zijn de mannetjes ook lichter van kleur (geler). Voordat je het aan de kleur kan zien kan het wel een maand of 7 duren. Geslachtsrijpe mannetjes herken je aan twee zwellingen achter de cloaca.

Voortplanting

Dunvingergekko’s leggen eieren van de lente tot de herfst. Een koelere periode hoeft niet om ze tot voortplanting te brengen. Wil je dit echter wel doen geef ze dan in december en januari een winterslaap bij een temperatuur van ongeveer 10 graden. De eitjes worden in het zand begraven en hebben een harde schaal. Ze worden vaak op dezelfde plaats gelegd. Voorzichtig (breekbaar) kun je ze uit het terrarium halen en in een ander bakje doen.

De eitjes kunnen worden overgebracht in de broedmachine in een bakje met droog zand. Niet vochtig dus! Regelmatig ventileren is wel goed voor de eitjes. Een manier daarvoor is om elke ochtend even het bakje met de eieren open te doen. Zo komt er frisse lucht bij.

Na ongeveer 70 dagen komen de jongen uit het ei. Zorg voor een temperatuur van 26-30˚C. Jongen kun je grootbrengen in een soortgelijke omgeving als de ouders. Geef ze kleine krekeltjes, vliegjes en (net vervelde) meelwormpjes als voedsel. Zorg ook voor een drinkbakje dat erg ondiep is i.v.m. verdrinking.

© 2002 GeRu Reptiles


Openen als PDF